De kringloop in het werk van Mattanja Coehoorn

Mattanja Coehoorn is een veelzijdig textielkunstenaar en meubelstoffeerder. Ze werkt al ruim 20 jaar met textiel. In haar werk combineert ze op ambachtelijke wijze de verschillende eigenschappen van textiel en natuurlijke materialen.

Een belangrijk thema in haar werk is de kringloop en levenscyclus, waarin op macro- en microniveau processen zich eindeloos herhalen. Vaak geeft ze dit vorm in installaties voor een specifieke locatie, waarbij het kunstwerk een relatie aangaat met de omgeving.

Interview met beeldend kunstenaar Mattanja Coehoorn door Suzanne Scholten.

Mattanja Coehoorn
Mattanja Coehoorn – fotografie Martin Vlasblom

Vilten wandkleden

Sinds vorig jaar is Mattanja veel aan het vilten. Ze maakte in opdracht een wandkleed met een levensboom en nu werkt ze aan een vilten jubileumkleed, ook in opdracht. Daarnaast ontwikkelt ze ideeën voor een groot vilten wandkleed, dat in november te zien zal zijn in een expositie van Artikel 27 in Zonhoven, België.

Het ontwerpen en ontstaan van nieuw werk verloopt voor Mattanja steeds op een andere manier. Ze besteedt veel tijd aan het ontwerpproces, het is de basis van waaruit ze haar werk stap voor stap opbouwt. Dit doet ze met veel aandacht voor de natuurlijke eigenschappen van het materiaal en met oog voor detail.

Mattanja houdt van veelzijdigheid en afwisseling en dat is terug te zien in haar verschillende werkwijzen. Ze werkt haar ideeën gaandeweg uit, maar werkt ook vanuit het materiaal, zoals in haar Land Art. Voor de vormgeving van stoelen en gebruiksartikelen maakt ze van tevoren een plan. En soms kunnen ideeën, net zoals bewaarde materialen, jarenlang liggen tot ze opeens goed van pas en tot bloei komen.

Hoe uiteenlopend haar werk ook is, de kringloop en levenscyclus is een terugkerend thema. In haar vrije werk neemt dit vaak een abstracte vorm aan met lagen en overgangen. In opdrachten, zoals het wandkleed met de levensboom, is de beeldtaal meer figuratief.

Fotografie Mattanja Coehoorn

Om de figuratie in het wandkleed goed te laten uitkomen, maakt Mattanja meerdere patronen die ze later samenvoegt tot een geheel:

Als je in één keer alles vilt, blijft de wol meestal niet zo liggen als je bedacht had en vervagen de lijnen en contouren. Voor die levensboom wou ik echt een scherp contrast tussen de voor- en achtergrond, dus heb ik aparte lagen gemaakt, de lucht met kleurverloop, de aarde met Limburgse heuvels en de boom en figuurtjes.

Na het maken van de verschillende lagen en figuren vilt ze het kleed door het te rollen. Maar omdat het kleed een specifieke afmeting (290 x 75 cm) moet hebben, maakt ze eerst een proeflapje:

Ik heb een proefje gemaakt om te kijken hoeveel krimp het vilt heeft. Het wisselt nogal, heel dunne wol heeft veel krimp en als je een dikke laag maakt zoals dit kleed, dan is de krimp aanmerkelijk minder. Dat moet je een beetje inschatten van tevoren. Bij dit kleed had ik meer krimp ingeschat dan dat het werkelijk was, dus ik heb heel lang moeten kneden en rollen om het zo ver te laten krimpen dat het precies de goede maat had.

Fotografie Mattanja Coehoorn

In het kleed verwerkte Mattanja verschillende soorten wol: Europese Merinowol en donkerbruine Wensleydale. De achtergrond is opgebouwd uit 6 lagen en het landschap en de figuratie bestaan ieder uit 4 lagen wol. Al die lagen zijn weer opgebouwd uit meerdere kleuren, zodat de uiteindelijke toplaag een diepe gemêleerde kleur krijgt.

De wol vilt Mattanja door met water en zeep te wrijven, te kneden en het kleed te rollen. De contouren en details werkt ze verder bij met prikvilt. Al met al een behoorlijke klus waar ze meer dan 120 uur aan heeft gewerkt.

Hart voor textiel

De liefde voor en het werken met textiel heeft Mattanja van huis uit meegekregen.

Ik ben opgegroeid in een huis waar altijd materiaal beschikbaar was. Wilde je iets met wol doen, dan deed je de wolkist open en dan zat die helemaal vol met gekleurde wol. Wilde je iets met lapjes doen, dan keek je waar de lapjes waren. En je kon kleien, tekenen, schilderen; alles was er.

Op de lagere school kreeg ze handwerklessen en van haar overgrootmoeder leerde ze het principe van breien ‘kei strak met gele katoen’. Maar het meeste kreeg ze thuis aangereikt, haalde ze uit boeken en probeerde ze zelf uit.

Textiel had het meeste mijn hart. Mijn moeder naaide en werkte ook met textiel. Ik vond de technische kant ook heel leuk en mijn moeder was daar niet zo goed in. Dus ik heb mezelf leren breien, haken en kleren naaien.

Na de middelbare school ging Mattanja biologie studeren, waarna ze werkte als tekstschrijver op het gebied van milieu en energie. Maar het creatief werken met textiel bleef aan haar trekken. Dus toen ze met haar gezin naar Maastricht verhuisde, besloot ze om haar baan op te zeggen en naar de kunstacademie te gaan.

Op de academie had je destijds de richting textiel autonoom, waar je anders dan bij toegepast en design, vrij leerde werken met textiel. Na een oriëntatiejaar was de keuze voor textiel voor Mattanja vanzelfsprekend. Op de academie leerde ze naast materiaaltechnische vaardigheden conceptueel te werken.

Fotografie Martin Vlasblom

Eigenschappen van textiel

Voor Mattanja zijn de veelzijdige eigenschappen van textiel een inspiratie:

Textiel heeft tactiliteit, je wil het voelen. En textiel is ook een materiaal dat mensen iedere dag aan hun lijf hebben, wat je in je huis hebt, waar je je mee omhult en dat vind ik heel mooi van textiel. Het is een materiaal heel dichtbij. Het kan heel zacht zijn, maar ook heel hard. En je kunt er driedimensionaal en plat mee werken.

Ook het onderscheid in ontstaan- en bewerkingstechnieken inspireert haar. Bij onstaanstechnieken werk je vanuit de vezel, zoals bij vilten en bij bewerkingstechnieken werk je met bestaande weefsels, zoals het naaien van stof. Vooral het werken met de natuurlijke eigenschappen en vanuit de vezel heeft haar voorkeur, omdat het verwijst naar de herkomst en het ontstaan:

Wat ik heel mooi vind is het hele traject van vlas zaaien, planten, vezels tot stof. Die hele levenscyclus, hoe dingen verbonden zijn met de aarde, het groeit, bloeit, hoe het sterft en de hele cyclus weer opnieuw begint. En dat kan zowel heel eenvoudig recycling zijn, maar ook alles wat gaat over generaties en hoe ze elkaar opvolgen. Hoe de liefde wordt doorgegeven via generaties, van ouder op kind, dat inspireert me
geweldig.

Fotografie Mattanja Coehoorn

Ook in haar materiaalgebruik komt de levenscyclus in tijd en hergebruik terug. Geregeld krijgt ze materialen en soms gebruikt ze die pas na vele jaren:

Als mensen eenmaal weten dat je met dat materiaal werkt dan krijg je ook materiaal. Ik kreeg van de week een kratje van iemand die is houtdraaier en die had van boomstammen de bast eraf gehaald. Allemaal losse boombasten, geweldig!

In de loop van de jaren verzamel je heel veel. Soms krijg ik ook dingen die ik gewoon mooi vind, dan bewaar ik ze. Soms weet je even niet wat je ermee moet doen, maar als ze dan bij wijze van spreken 10 of 20 jaar gelegen hebben en op een gegeven moment ga ik er wat mee doen, dat vind ik echt het meest bevredigende wat er is. Dat dingen dan toch een bestemming krijgen of opnieuw gebruikt worden.

Het textiele ambacht

Het ambachtelijk werken komt voor Mattanja voort uit haar interesse in hoe iets gemaakt is en haar voorliefde voor dingen die met zorg en aandacht zijn gemaakt:

Als je niet goed kan zien hoe het gemaakt is, dan intrigeert het me. En ik hou ook heel erg van dingen die mooi gemaakt zijn, met aandacht gemaakt zijn. Als het echt goed in elkaar zit, met aandacht en zorg, dat vind ik mooi.

Maar een werk hoeft niet altijd tot in de puntjes helemaal te zijn afgewerkt, het kan ook groots en verfijnd tegelijk zijn:

Wat me aanspreekt is als iets zowel verwijst naar het hele grote, het universum bij wijze van spreken, als naar het hele kleine, naar eencelligen. En daar zit ook veel relatie tussen hoe dat er visueel uitziet. Maar ik vind het dus heel mooi als een werk heel groot is, een soort ruimte kan omspannen en er ook details in zitten die heel verfijnd zijn. Dat hoeft niet over het hele werk te zijn, als het er maar allebei is.

Mattanja werkt graag vanuit het materiaal, maar gaandeweg, zeker bij groot werk, komt er altijd wel een plan:

Vanuit het materiaal werken vind ik heel fijn. Maar ik heb altijd wel een idee waar het naartoe gaat. Ik begin wel met proeven vanuit het materiaal en dan komt er een plan. En het is nooit dat er een groot werk ontstaat zonder plan.

Fotografie Thijs Spiertz

In haar vrije werk zit het verhaal in het materiaal. Terwijl haar ambachtelijke stoelen in figuratieve bekleding een persoonlijk levensverhaal verbeelden. Samen met grafisch vormgever Astrid Verkoijen maakt ze De stoel van je leven, waarbij bestaande stoelen opnieuw gestoffeerd worden met een speciaal digitaal geprinte stof.

Deze stoelen maakt Mattanja meer planmatig, omdat het technisch kloppend, bruikbaar en duurzaam moet zijn. Het patroon moet goed doorlopen en het moet slijtvast zijn en lang meegaan. En als het toch eens kapot zou gaan, is het van belang dat het gemakkelijk is te repareren.

Verschillende werkwijzen

Het thema van ontwikkeling en kringloop is ook terug te zien in haar verschillende werkwijzen. Een ontwikkeling van materiaal en techniek, waarbij ze aan de ene kant het materiaal technisch bedwingt en naar haar hand zet en meubels maakt volgens een vooropgesteld plan en aan de andere kant het werken met middelen en materialen die op een bepaald moment aanwezig zijn op een locatie voor Land Art.

Voor ze begint met nieuw werk maakt Mattanja vaak proefjes en aantekeningen. Zoals van veel overgangen in materiaal en techniek:

In het begin ging ik proeven maken van overgangen van breisel naar weefsel bijvoorbeeld. Of van breisel naar kant of van vilt naar weefsel. Daar maakte ik dan proefjes van met labeltjes eraan om te verwijzen naar de aantekeningen die ik van het proces maakte.

En verder is het ook een kwestie van veel doen. Hoe meer ervaring je hebt, hoe beter het vaak gaat, oefening baart kunst. Haar werkwijze is in de loop der jaren wel verandert:

Ik ben wel minder perfectionistisch geworden. Ook dat ik meer mijn intuïtie volg dan in het begin, dat je daar meer op gaat vertrouwen.

En ideeën hebben soms veel tijd nodig om zich te kunnen ontwikkelen:

In de basis begint het wel altijd in mijn hoofd, denk ik. Je loopt een tijd rond met een idee. Het kan wel naar aanleiding van een materiaal zijn, maar toch begint het met een beetje broeden in je hoofd. Dat kan zijn dat je de afwas staat te doen of wat dan ook, dat opeens je iets invalt. En als het dan concreter wordt dan ga ik ofwel schetsjes of proefjes maken of dingen uitproberen. Ik heb ook wel dat dingen heel lang kunnen duren voordat er wat uitkomt. Dat kleed wat ik nu ga maken voor Artikel 27 in november, dat zit al 15 jaar in mijn hoofd en nu denk ik, nu moet ik het gaan doen.

De levenscyclus als inspiratie

Een belangrijke inspiratie voor Mattanja is de levenscyclus en kringloop. Hoe alles volgens eindeloze processen zich steeds weer opnieuw rangschikt en vormt. Dit is in haar textielwerk te zien in de vorm van overgangen in materiaal, techniek, kleur, textuur en in de vorm van lagen en transparantie.

Fotografie Mattanja Coehoorn

Het is heel moeilijk om terug te halen wanneer een idee voor het eerst komt. Omdat ik het vaak heel lang in mijn hoofd heb voordat ik er iets mee ga doen. Maar eigenlijk terugkijkend naar wat ik allemaal gemaakt heb, merk ik van ja, het gaat altijd weer over die levenscyclus en het terugkerende patroon, het leven en sterven. Op de één of andere manier zit dat er altijd in

Haar studie biologie in de richting celbiologie, virologie en immunologie werken ook door in haar textielkunst:

Ik heb nog veel schetsboeken van mijn studie, met weefsels die je door de microscoop ziet, microscopische beelden van cellen en weefsels. En dat is zeker iets wat nu ook terugkeert.

Maar ik denk eigenlijk eerder dat het in mij zit, die hele levenscyclus, dat cyclische gebeuren en de verbinding met de aarde. Dat dat in mij zit en dat dit ook een reden was om biologie te gaan studeren. Alleen wist ik dat toen nog niet. Dat verwoord je niet zo als je jonger bent, dat is meer iets waarvan je terugkijkend denkt, ja dat is het eigenlijk.

Overgangen en transparante lagen

In het werk van Mattanja komen veel overgangen in materiaal en techniek voor. Zoals in Re-ligare, een grote halve cirkel van ca. 5 bij 2,5 meter, gemaakt van verschillende materialen en technieken die in elkaar overlopen. Re- ligare betekent opnieuw verbinden, wat verbeeldt is in de lichte materialen die omhoog steken en het zwaarste punt wat de grond raakt. Het hele werk laat een verloop zien van wilgenteen, pitriet, kokosvezel, sisal en vlas naar paardenhaar, wol, katoen en nylon.


Re-ligare – Fotografie Martin Vlasblom

Als ik Mattanja vraag hoe ze al die overgangen in materiaal heeft gemaakt, vertelt ze dat ze veel technieken al eens had uitgeprobeerd en veel proefjes heeft gemaakt:

Kantklossen, met de naaimachine, breien, haken, vilten en vlechten, alles heb ik wel eens geprobeerd. Die fascinatie voor die overgangen, het is kijken naar de essentie van breien of vlechten of van vilten of wat dan ook. En wat is de tussenvorm daarvan? Dat moet je gewoon proberen.

En sommige overgangen in materiaal zijn bijna onmogelijk te maken. Zo bleek de overgang van papier naar wol heel lastig:

De essentie van papier, van die losse vezels als het water eruit gaat en ze in elkaar vallen, dat proces is tegengesteld aan vilt, waarbij vezels door wrijving bij elkaar komen. En je kunt niet echt het midden vinden van wrijving en met rust laten.

Bij het maken van overgangen gaat het voor Mattanja vooral om de essentie van de verschillende materialen en technieken. De vezels van het materiaal en de basis van een techniek, om die zo te mengen dat ze transformeren en naadloos in elkaar overlopen.

Fotografie Mattanja Coehoorn

Behalve in overgangen is de levenscyclus en kringloop ook te zien in de gelaagde transparante installaties met tule en zijde stoffen.

Mattanja kiest voor tule of zijde vanwege de transparantie en soepelheid. De stof bewerkt ze door deze te borduren, zoals in het werk Innergy, wat bestaat uit meerdere lagen geborduurde hangende stof. Of door meerder gekleurde lagen stof op elkaar te naaien waardoor een optische diepte en kleurmenging ontstaat, zoals in het werk Een nieuw venster. Voor de installatie Oplossen in het licht schilderde ze met zwarte verf silhouetten op transparante tule.

Innergy – Fotografie Mattanja Coehoorn

Land Art en ruimtelijke installaties

Mattanja werkt op verschillende manieren en wisselt dat graag af. Naast haar textielkunst en design maakt ze ook Land Art. Dat is werk op een specifieke, vaak landelijke locatie, zoals een boomgaard, een landgoed of park. Het kunstwerk ontstaat door natuurlijke ruwe materialen zoals takken, water, aarde, gras en dergelijke, die aanwezig zijn op de plek, te rangschikken, verplaatsen, vlechten en weven.

Ik vind het fijn om het op verschillende manieren te doen en af te wisselen. Wat ik heel geweldig vind bij Land Art is dat je kijkt naar een ruimte van wat is hier? Je laat je oog vallen op dingen die er zijn, die misschien niet iedereen opvallen, maar die mij opvallen. En door die te gaan versterken met materiaal wat er al is, ontstaat er opeens iets heel moois wat andere mensen ook opvalt.

Voor verschillende Land Art projecten werkte Mattanja samen met interieurarchitect Hans Vos. De samenwerking ontstond nadat Mattanja voor één van haar eerste projecten mensen vroeg of ze wilden meehelpen. Dat beviel zo goed dat daaruit een samenwerking ontstond waarbij ze samen nieuwe projecten bedenken en uitvoeren.

Het werken op locatie met natuurlijke materialen is heel anders dan het werken op haar atelier, maar het heeft ook overeenkomsten:

De overeenkomst is dat je werkt met het materiaal en bekijkt wat kan het en wat kan het niet? Dat probeer je uit. Werken met de ruimte, de locatie en de energie van de plek, hoe je zo’n ruimte ervaart, dat heb je natuurlijk niet bij een object gemaakt van textiel, waar nog geen ruimte bij hoort, dat is echt iets anders.

Het werken met onbewerkte ruwe natuurlijke materialen in de natuur vraagt om een andere denk- en werkwijze:

In de natuur werken is in die zin meer uitdagend, je moet gewoon gaan met wat er is en je kan niet zo perfectionistisch bezig zijn. Misschien had ik daarom Land Art tien jaar geleden wel niet gedaan. Je moet het doen met wat er is.

Het is voor mij een uitdaging om de natuurlijke vezels op een textiele manier te gebruiken. Het lukt natuurlijk niet met al het materiaal, als je boomstammen hebt wordt het wat anders. Maar je legt het dan toch weer in een vorm die ook in een soort stroom, een soort lijn en structuur heeft.

Fotografie Mattanja Coehoorn

Voor een van haar eerste projecten had ze als plan een grasveld te vlechten:

Er was daar een veldje met gras wat er heel veelbelovend uitzag, helemaal dichtgegroeid en ze zouden het niet gaan maaien. Dus ik dacht dat is helemaal prima, dan ga ik daar aan het werk. Kom ik daar in die werkweek en is dat gras gewoon weg. Als het gebloeid heeft, dan wordt het gras weer kort. Dus ik kon het helemaal niet gebruiken. Nou ja wat dan? Er was ook een veldje met rogge wat niet geoogst was, dus dorre halmen en dat waren natuurlijk wel mooie lange dingen, maar best heel droog en dat brak heel makkelijk.

Ik weet nog dat ik toen de eerste dag dacht, dit wou ik helemaal niet en ik wil een ander gras. Ik moest dus echt wat ik in mijn hoofd had bedacht loslaten. En ja, dit is het, hier moet ik het mee doen en ga maar proberen wat je er wel mee kan. Dat is met het buiten werken.

Fotografie Tim Schroeter

Nog meer dan bij de textiele installaties voor een bepaalde locatie is Land Art tijdelijk:

Het leuke van de Land Art projecten is dat je gaat naar een plek, je hoeft niets te vervoeren het materiaal is daar al. Je doet iets met dat materiaal en die ruimte en je laat het daar liggen. En het was er al en het blijft daar en het verdwijnt ook weer vanzelf en wordt weer opgenomen in de natuur. Dat vind ik echt geweldig, dat is ook weer die kringloop. De essentie van iets wat er al is opnieuw rangschikken en dat het weer vanzelf verdwijnt, dat past helemaal in mijn werk.

Fotografie Huub Mudde

Net zoals in Land Art gaan haar textiele installaties vaak een relatie aan met de omgeving, door lichtval, luchtbeweging en de fysieke ruimtelijkheid. Het zijn vaak hangende objecten, doeken en installaties waar je doorheen kunt lopen.

Learning to fly – fotografie Mattanja Coehoorn

Veel van haar installaties zijn heel licht en tegelijkertijd groot en monumentaal. Zoals de hangende Gezichten, een groot werk van ongeveer 7 meter hoogte wat is gemaakt van transparante polyester voile.

Gezichten – fotografie Mattanja Coehoorn

Een ander monumentaal werk is Al Niente, wat te zien was in de expositie Bella Ciao van Artikel 27 in de ZLDR Luchtfabriek in Heusden-Zolder. Het is een installatie van kolommen transparante tule van in totaal 9,5 bij 7,5 en 3 meter, die boven de compressoren in de persluchthal hangen. De luchtbeweging in de fabriekshal brengt het kunstwerk tot leven.

Al Niente – fotografie Mattanja Coehoorn

Tentoonstellingen en projecten

Vanaf 1 november kun je werk van Mattanja Coehoorn bekijken in de expositie van Artikel 27 in Zonhoven in Belgie (vlakbij Hasselt).

Wil je op de hoogte worden gehouden van haar activiteiten, Land Art projecten en tentoonstellingen? Kijk op de website van Mattanja Coehoorn en meld je aan voor haar nieuwsbrief.

Over Mattanja Coehoorn

Mattanja Coehoorn is textielkunstenaar en meubelstoffeerder. Ze maakt kunstobjecten, installaties, Land Art en gebruiksvoorwerpen.

In 2005 studeerde ze af in de richting autonoom textiel aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht en in 2012 voltooide ze een opleiding meubel stofferen. In 1989 ronde ze haar studie biologie af aan Wageningen University & Research.

Lees hier meer interviews op Vezel.org

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Reageer met Facebook

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.