Voor een mooi gedekte tafel werd vroeger glanzend linnen damast gebruikt. Sprankelend glaswerk zorgde voor een feestelijk geheel. Deze tentoonstelling laat een samenspel zien van glaskunst en textielvormgeving in Nederland; van de klassieke 19de-eeuwse decoraties en de art nouveau rond 1900, tot de art deco in de jaren ’30.
Elke periode kende haar eigen vernieuwende ontwerpen in tafelgoed. De combinatie met toonaangevend Nederlands glaswerk geeft een prachtig resultaat. Onderdeel van de tentoonstelling is opnieuw uitgebracht art nouveau tafelgoed van Chris Lebeau, gemaakt in het TextielLab.
Klassiek damast en glas
Druivenranken, bloemen, eenvoudige sterren of Griekse randen (meanders) zijn in de 19de eeuw veelgebruikte motieven voor zowel tafelgoed als voor glaswerk. Echter de patronen, al lang in gebruik, verslijten langsaam door elementen steeds opnieuw te kopiëren. Ze zijn vaak te overdadig en de composities te willekeurig. In Nederland leidt deze kritiek aan het einde van de eeuw tot veranderingen, die een vernieuwing van de toegepaste kunst inluiden.
Samenwerking tussen kunst en industrie
Rond 1900 gaan kunstenaars nauwer samenwerken met de industrie. Een goed ontworpen product moet volgens hen voor iedereen bereikbaar zijn en met vakmanschap worden uitgevoerd. De vernieuwingen zijn zichtbaar in het glaswerk, maar ook bij de linnenweverijen. De art nouveau inspireert ontwerpers tot het ontwerpen van sierlijke patronen met een rijke uitstraling. Eén van de linnenweverijen, die het voortouw hierin neemt, is E.J.F. Van Dissel & Zonen in Eindhoven. Samen met hun sterontwerper Chris Lebeau zorgen zij voor het mooiste damast dat in Nederland is geproduceerd.