In het Joods Historisch Museum(JHM) presenteertde tentoonstelling Benno Premsela – Max Heymans. Mannen met lef en stijl. Vormgever en interieurarchitect Benno Premsela (1920-1997) en couturier Max Heymans (1917-1997).   Beide Joodse Nederlanders werden na de oorlog boegbeeld van een generatie kunstenaars en vormgevers, die design en mode in Nederland met succes op de kaart zette. Als bekende Nederlanders kwamen ze tevens openlijk uit voor hun homoseksualiteit. Dit gebeurde in een tijd waarin dit nog een groot maatschappelijk taboe was. In deze  expositie is een ruim overzicht van hun ontwerpen te zien, naast persoonlijke documenten. Ook zijn er bijzondere stukken, zoals het zilveren speldenkussen van Heymans, een miniatuur prototype van een boekenmolen van Premsela en vroege schetsen uit Premsela’s Nieuwe Kunstschool periode.

Hun nalatenschap is verbonden met het Joods Historisch Museum: tussen 1985 en 1987 gaf Premsela met zijn bureau vorm aan het museum. Heymans gaf het museum een aantal ontwerpen evenals persoonlijke stukken.

Premsela was in zijn tijd één van de meest bepalende figuren voor de vormgeving en kunsten in Nederland. Max Heymans ging de modegeschiedenis in als de ‘nestor van de Nederlandse couture’. Ze ontmoetten elkaar kort na de oorlog, die beiden als één van de weinigen van hun Joodse families hadden overleefd. Beide heren ontwierpen destijds tassen hoedjes die ze via vrienden verkochten. Hun persoonlijke verliezen en het leven dat ze weer moesten opbouwen, leidden tot een ‘vlucht naar voren’, zoals Premsela het later verwoordde. Met grote veerkracht gaven ze opnieuw vorm aan hun leven en werk.

Aanvankelijk verwierf Premsela faam met het inrichten van spectaculaire etalages in de Bijenkorf in Amsterdam. Zijn carrière zette hij voort vanuit zijn ontwerpbureau BRS Premsela Vonk, dat nauw samenwerkte met de mode-industrie. Premsela’s katoenen lusjestapijt en Lotek-lamp kregen eeuwigheidswaarde. Uit het persbericht van het JHM: ‘Bovenal was Premsela een bruggenbouwer, initiator en bestuurder die met het belang van toegepaste kunst en esthetiek voorop mensen bij elkaar bracht en zo nieuwe samenwerkingen initieerde’. Als voorzitter homobelangenorganisatie COC verrichtte hij ook baanbrekend werk voor de homo-emancipatie in Nederland.

In tegenstelling tot Premsela keek Heymans vooral naar Parijs, waar de couture ver voor lag op die in Nederland. In het bijzonder richtte zijn blik zich op zijn grote voorbeeld Coco Chanel. Met een twist wist hij Franse couture geschikt te maken voor de Nederlandse vrouw. Bovendien gaf hij de mode in ons land een nieuwe status door zich als kunstenaar-couturier te profileren. Zijn autobiografie Knal (1966) waarin hij openlijk schreef over zijn travestie en ‘zo-zijn’, werkte taboedoorbrekend. Premsela en Heymans’ paden kruisten elkaar regelmatig. Ze onderhielden vriendschappelijk contact en hadden grote waardering voor elkaars talent.

Tijdens de tentoonstelling organiseert het museum verschillende evenementen, zoals een moulage-wedstrijd met jonge modeontwerpers. Daarbij hoort in een modeshow en een themamiddag over homo-emancipatie. Voor kinderen zijn er workshops in het maken van hoeden en tassen à la Max en Benno. De expositie ‘Benno Premsela  – Max Heymans. Mannen met lef en stijl over het leven en werk van vormgever en interieurarchitect Benno Premsela (1920-1997) en couturier Max Heymans (1918-1997)’ loopt van 14 december 2015 tot en met 26 juni 2016.