Els Lemkes gebruikt oud boerenlinnen voor het maken van haar kunstwerken. Het linnen komt onder meer van haar schoonmoeder die boerin in de Achterhoek was. Het oude handgeweven linnen verdient respect.
Enerzijds probeer ze het verhaal van dit antieke materiaal tot z’n recht te laten komen. Anderzijds geef ze er middels plooien, stikken, spannen en soms kleuren en scheuren juist een nieuwe vorm aan. Plooien zijn bij haar werk schering en inslag. Op de keper beschouwd werkt Els vanuit het weefsel via plooi en rafel naar ritme en structuur, wat een grafische indruk wekt.
Veel van haar werken zijn wit, soms met vage vlekken door het eerdere gebruik. Naturel / wit als vertegenwoordiger van eenvoud en stilte; soms toegevoegde kleur die een verrassende emotie oproept
Waar mogelijk laat ze de rood geborduurde monogrammen zien, als knipoog naar het verleden.