Vanaf 16 september is de nieuwe tentoonstelling ‘Accessories are a Girl’s Best Friend’ te zien in Tassenmuseum Hendrikje Amsterdam. In de nieuwe tentoonstelling belicht het Tassenmuseum de hoogtepunten uit de periode 1700-1950 van de bijzondere accessoirecollectie van het Rijksmuseum; onder andere parasols, paraplu’s, hoeden, haaraccessoires, shawls, handschoenen, waaiers, schoenen en kousen. Deze modeschatten liggen normaliter opgeborgen in het depot van het Rijksmuseum, maar zijn vanaf 16 september te zien in Tassenmuseum Hendrikje. Naast de bijzondere accessoires van het Rijksmuseum selecteerde het Tassenmuseum diverse opmerkelijke voorwerpen uit eigen collectie.
It’s all about the details
De term ‘accessoire’ werd pas voor het eerst gebruikt in de 19de eeuw. Accessoires kunnen een praktische functie hebben; zo kunnen ze je beschermen (zoals handschoenen beschermen tegen de kou of een hoed beschermt tegen de zon), maar accessoires (tassen en buidels) kunnen ook gebruikt worden om benodigdheden in mee te nemen die niet in je zak passen. Van oudsher dienen accessoires als object om jezelf mee te versieren en te onderscheiden. Daarnaast reflecteren accessoires ook de cultuur van het moment en de maatschappelijke status van de drager. Accessoires zijn even goed als de mode zelf een onderdeel van het modesysteem, zo niet een onderdeel dat nog sneller wisselt dan (kleding-)mode zelf.
Accessoires – verhalen over gebruiken en etiquette
Wie droeg een bepaald accessoire, wanneer en waarom? De tentoonstelling ‘Accessories are a Girl’s Best Friend’ vertelt de bezoeker een bijzonder verhaal over diverse accessoires en bijbehorende gebruiken en etiquette. Zo was de manier waarop en bij welke gelegenheid een accessoire werd gedragen vroeger van groot belang. Soms was een accessoire zelfs zó kenmerkend voor een bepaalde periode dat een tijdperk er zijn naam aan heeft ontleend. Denk aan de ‘Pruikentijd’ of de ‘molensteenkraag’. Ook konden accessoires de tijd aangeven: hoe langer de handschoen, hoe later het was op de dag.